Jongeren laten zich soms meeslepen door hun vrienden, bijvoorbeeld om (meer) alcohol te drinken of wiet te roken. Hoe kan je daar als ouder of begeleider mee omgaan? Je kan die groepsdruk niet vermijden, maar het helpt wel om in te zetten op de sociale vaardigheden van je kind.
Omdat de hersenen van tieners nog volop in ontwikkeling zijn, hebben adolescenten hun emoties nog niet zo goed in de hand als volwassenen. Jongeren laten zich daarom waarschijnlijk sneller dan volwassenen beïnvloeden door wat er om hen heen gebeurt. Onder invloed van die sterke emoties, is de kans groter dat ze ‘foute’ keuzes maken.
Zo zijn jongeren meer geneigd om risicovol gedrag te vertonen als ze in het gezelschap zijn van leeftijdsgenoten. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat ze heel gevoelig zijn voor het oordeel van andere jongeren. Voelen ze zich door hen geaccepteerd of niet? Jongeren gaan met andere woorden sneller mee in het gedrag van hun leeftijdsgenoten uit angst om afgewezen te worden.
Zeker tot 16 jaar speelt die groepsdruk een grote rol.
Tot ongeveer 16 jaar is het moeilijk om jongeren te leren ‘nee’ zeggen. Het heeft weinig zin van hen te zeggen dat ze niet aan groepsdruk mogen toegeven: op die leeftijd is het meedoen met de groep en erbij horen net hetgene wat ze het liefste willen.
Je kan wel inzetten op de sociale vaardigheden van je kind. Dat wil zeggen: er mee voor zorgen dat je kinderen zich goed in hun vel voelen, sterk in hun schoenen staan en stilaan leren zich een eigen mening te vormen.
Probeer je kind bewust te maken van sociale invloeden. Praat bijvoorbeeld over hoe je kind keuzes maakt. Kijkt je kind naar vrienden, klasgenoten, influencers… als er een keuze of beslissing gemaakt moet worden? Door dat te beseffen, krijgt hij of zij inzicht in hoe keuzes tot stand komen en welke zaken daar invloed op hebben.
Wat je nog kan doen, is mee de sociale norm versterken. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat je deze ideeën versterkt: “Wij zijn tegen roken.” of “Alcohol moet er niet altijd bij horen.” Jongeren hebben namelijk vaak de verkeerde indruk dat hun leeftijdsgenoten veel alcohol gebruiken of vaak cannabis roken. Je kan dit doorprikken door de juiste cijfers mee te geven.
Ook zelf het goede voorbeeld geven is van groot belang. Want zien roken, doet bijvoorbeeld roken.
Vanaf de leeftijd van 16 jaar is erbij horen niet langer het hoogste goed en wordt het net veel ‘cooler’ om op te komen voor je eigen mening. Vanaf dan kan je jongeren daarin ondersteunen en hen leren die eigen mening te vormen. Dat zal hen weerbaar maken tegen groepsdruk.
Je kind opvoeden over alcohol, cannabis en andere drugs, begint met er samen over te praten. Maar hoe begin je aan zo’n gesprek?
Welke grenzen stel je aan je kind? En hoe kan je ze opvolgen? Hoe ga je zelf om met alcohol en andere drugs?
Hoe ga je als ouder om met een zoon of dochter die experimenteert met alcohol of drugs?
