Volgens de wet uit 1921 (die nog steeds geldt), zijn het bezit, de verkoop, de aankoop en de invoer van speed verboden.
Ook iemand de gelegenheid bieden om speed te gebruiken is strafbaar. De wet zegt niet uitdrukkelijk dat gebruik strafbaar is, maar vermits gebruik ook het bezit van drugs inhoudt, wordt gebruik via een omweg bestraft.
Speed is ook verboden als doping.
Afhankelijk van hoe zwaar de overtreding is, voorziet de wet dat men een gevangenisstraf tussen drie maanden en vijf jaar én een geldboete tussen 1.000 en 100.000 euro kan krijgen. Dit bedrag moet vermenigvuldigd worden met 8 opdeciemen, wat betekent dat de boete in de praktijk tussen de 8.000 en 800.000 euro kan liggen.
In het verkeer is er een nultolerantie wat druggebruik betreft. Sinds 1 oktober 2010 wordt er met speekseltesten gecontroleerd op speedgebruik in het verkeer.