Antidepressiva werken in op de hersenen en regelen daar de (her)opname van een aantal neurotransmitters. Dat zijn stoffen die we van nature in onze hersenen hebben en die onze stemming beïnvloeden. Eén daarvan is serotonine. Wie depressief is, heeft vaak een tekort aan serotonine in de hersenen. Serotonine speelt een grote rol bij stemming en emoties. Door de beschikbaarheid van serotonine in de hersenen te regelen, helpen antidepressiva de gemoedstoestand verbeteren.
Risico’s van combigebruik
Pepmiddelen (speed, cocaïne, xtc) hebben ook een invloed op neutransmittors en met name op serotonine. Zo zorgt de invloed van bijvoorbeeld xtc op de serotonine op het gevoel van gelukzaligheid dat deze drug uitlokt.. Maar als deze drugs met antidepressiva gecombineerd worden, ontregelen ze de neurotransmitters waar ze allebei op inwerken. Zo ontstaat een teveel aan serotonine in de hersenen, wat kan leiden tot een serotoninevergiftiging. Symptomen van dat zogeheten serotoninesyndroom zijn onder meer:
- oververhitting,
- bloedklontering,
- bewustzijnsstoornissen,
- hartritmestoornissen,
- toename van bloeddruk en hartslag, wat de kans op een hartaanval of een hartstilstand vergroot.