De meeste testen meten of een werknemer onder invloed is. In een werkomgeving is het niet zo relevant te weten of iemand onder invloed is. Wat telt is of de werknemer zijn werk nog (naar behoren) kan uitvoeren.

Regels over het testen op drugs en alcohol moeten opgenomen zijn in het alcohol- en drugbeleid van de organisatie. Cao 100 bepaalt dat elke organisatie zo'n beleid moet hebben. Het gebruik van testen moet in het arbeidsreglement staan. Daarnaast moet het arbeidsreglement ook vermelden wanneer getest kan worden, wie kan testen, wat er gebeurt met een positief resultaat, enzovoort.

Volgens cao 100 kunnen ademtesten en psychomotorische testen enkel om te bepalen of de werknemer geschikt is om zijn werk uit te voeren. Er mogen geen sancties worden genomen die enkel gebaseerd zijn op het resultaat van de test, bijkomende vaststellingen van de functioneringsproblemen zijn noodzakelijk! De werknemer moet zijn toestemming geven voor de test en at random testen mag niet.

Voor testen die een medische handeling inhouden (bijvoorbeeld bloedproef) zijn er juridische regels. Enkel een arbeidsgeneesheer kan een bloedproef afnemen.

VAD heeft heel wat publicaties uitgegeven die hierover meer duidelijkheid verschaffen. Wie een efficiënt preventief alcohol- en drugbeleid op maat wil uitwerken, kan terecht op de website Qado.be.