Drugs kunnen die op verschillende manieren gebruikt worden. Het meest bekende is uiteraard het slikken, roken, inhaleren, snuiven of met een injectienaald inspuiten van drugs. Voor zowat elke manier is er ook een term in het drugsjargon: poppen, shooten, basen, enzovoort.
Er zijn nog andere en minder gangbare manieren waarop een stof in de bloedbaan kan terecht komen. Een daarvan is 'plugging'.

Hoe worden drugs geplugd?

Net zoals sommige medicijnen rectaal gebruikt worden, komt dat soms ook voor bij drugs. Plugging of pluggen slaat dus op het anaal inbrengen van drugs die wateroplosbaar zijn (bijvoorbeeld cocaïne, xtc, heroïne, ketamine en speed). Gewoonlijk wordt het middel opgelost in gedemineraliseerd water en anaal ingebracht met een spuit zonder naald. Soms wordt de drug ook in de capsule van een zetpil gestopt. Dit zorgt dan voor een meer geleidelijke afgifte.

Risico op overdosering en infecties

Als medicijnen rectaal ingebracht worden, zorgt dat ervoor dat ze sneller werken. Wanneer men dit met drugs doet, is dat net hetzelfde: de drug werkt sneller maar ook heviger. Dat maakt dat het bij pluggen moeilijk is om te doseren. Zeker wanneer men weinig weet over hoe een drug in water op te lossen. Omdat een veel kleinere dosis nodig is voor hetzelfd effect als wanneer men de drug bijvoorbeeld zou slikken, is er een veel grotere kans op overdosering.

Bij pluggen ontstaat de kans op wondjes of beschadiging van de anus en de endeldarm. Zeker wanneer niet alles hygiënisch gebeurt en bijvoorbeeld de gebruikte spuit of het gebruikte water niet steriel is, kunnen daarbij infecties ontstaan. De chemische samenstelling van de drug kan ook schadelijk zijn voor de darmen en de anus.
Sommigen raden aan na het pluggen een zetpil met vitamine E in te brengen om eventuele interne wondjes te verzorgen.

Mensen die last hebben van aandoeningen zoals een slechte bloeddoorstroming, chronische diarree of problemen rond anus en rectum lopen extra risico's bij het pluggen van drugs.