Pijnstillers kunnen je rijvaardigheid beïnvloeden. Ze kunnen duizeligheid, gezichtsstoornissen, slaperigheid en concentratieproblemen veroorzaken en zo de kans op een ongeval vergroten. Maar de ene pijnstiller is de andere niet. Er is een groot verschil tussen een bruistablet paracetamol en een erg zware pijnstillers zoals morfine.

Wetgeving
Slecht weinig mensen weten dat er een wetgeving bestaat over het rijden onder invloed van medicijnen zoals slaap- en kalmeringsmiddelen, antidepressiva of neuroleptica. Je bent dus strafbaar als de politie zou vaststellen dat je rijvaardigheid verminderd is door gebruik van dat soort geneesmiddelen. Ook wat pijnstillers betreft, maakt de regelgeving een indeling in drie categorieën naargelang hun mogelijke invloed op je rijgedrag.
Categorie I: pijnstillers waarvan een negatieve invloed op de rijvaardigheid onwaarschijnlijk is (o.a. paracetamol, acetylsalicylzuur, ibuprofen). Indien mogelijk moet de geneesheer een pijnstiller uit deze categorie verkiezen.
Categorie II: pijnstillers die waarschijnlijk een matige invloed op de rijvaardigheid hebben (o.a. codeïne, dextropropoxyfeen, methadon, tramadol). Bij het voorschrijven van dit soort moet de arts de patiënt het advies geven geen wagen te besturen de eerste dagen van de behandeling of tot het ogenblik dat hij zich bewust is van de effecten.
Categorie III: pijnstillers die waarschijnlijk een ernstige invloed op de rijvaardigheid hebben (o.a. bezitramide, buprenorfine, dextromoramide, fentanyl, morfine, pentazocine, pethidine, piritramide, tilidine). De geneesheer moet bij deze pijnstillers afraden om een wagen te besturen.
Check de bijsluiter of vraag advies aan geneesheer of apotheker
Het is dus de dokter die de rijgeschiktheid van de patiënt en de geldigheidsduur van het advies bepaalt. De geneesheer kent de reden van het gebruik en bepaalt de dosis die je mag gebruiken. Tevens is de geneesheer op de hoogte van eventuele medicijncombinaties. Het kan zijn dat je na een bepaalde gewenningsperiode van de pijnstiller toch nog met de auto mag rijden. Check dus steeds bij je geneesheer of je wel of niet mag autorijden. Weet dat bijvoorbeeld sommige hoestsiropen ook pijnstillers zoals codeïne kunnen bevatten.
Als je veel autorijdt, kun je met je geneesheer bespreken of je niet kan geholpen worden met pijnstillers uit een lagere categorie. Lees ook altijd de bijsluiter. Die vermeldt wat het effect is van de pijnstiller op de rijvaardigheid.
Pijnstillers gaan slecht samen met alcohol. Hou in je achterhoofd dat zware pijnstillers opiaten bevatten. Die kunnen bijwerkingen, zoals sufheid en slaperigheid versterken. Ook bij andere pijnstillers bestaat de kans dat je veel sterker op alcohol reageert dan je gewend bent. Check de bijsluiter en vraag aan je apotheker of geneesheer of het wel OK is om alcohol te drinken als je pijnstillers neemt.
Wetgeving rond pijnstillers
Geneesmiddelen, waaronder dus ook pijnstillers, zijn onderworpen aan een aantal wetten. Zo moet elk geneesmiddel voorzien zijn van een bijsluiter in begrijpbare taal.

Drugs en de wet. De meest gestelde vragen
Wat zegt de wet over illegale drugs? Is cannabis voor minderjarigen illegaal? En voor meerderjarigen? Mag de politie mij fouilleren? De antwoorden op deze en meer vragen, vind je in deze brochure.