Voor alle vragen over drank,
drugs, pillen, gamen en gokken

Home » Info voor studenten » Cijfers en statistieken » Gokken: de cijfers

Gokken: de cijfers

Hoeveel Vlaamse jongeren gokken?

Bij scholieren in het secundair onderwijs zijn krasloten de meest populaire vorm van gokken: 29% kocht ooit een kraslot, 10% deed dat het afgelopen jaar. 18% speelde ooit met de lotto. Sportweddenschappen zijn de meest frequent beoefende gokvorm, al blijft het minstens 1 keer per week gokken op sportweddenschappen beperkt tot 1%. Dat blijkt uit onderzoek in het schooljaar 2021 – 2022. De cijfers zijn opmerkelijk omdat krasloten en loterijen verboden zijn onder 18 jaar.

Hoeveel Belgen gokken?

In 2018 heeft 32% van de Vlamingen van 15 jaar en ouder minstens een keer een kans- en geldspel gespeeld in de afgelopen 12 maanden. 10% deed dat wekelijks en 0,1% dagelijks. Meer mannen (39%) dan vrouwen (24%) speelden de afgelopen 12 maanden een kans- en geldspel. Het kwam vooral voor bij 25-44-jarigen.

Er werd hoofdzakelijk gespeeld op loterijspelen (30%). Casinospelen en spelen op sportwedstrijden waren veel minder in trek (elk 3%) en poker en andere gokvormen nog minder (2%).

Eind 2018 waren 417.380 mensen actief op legale gokwebsites. Op het einde van 2018 telde de Nationale Loterij bijna 1 miljoen spelersrekeningen op haar online platform.

Hoeveel Belgen hebben een gokprobleem?

In België werd in 2006 het problematisch gokken onderzocht uitgaande van de DSM-IV-criteria. 1,6% van de Belgische bevolking van 16 jaar of ouder bleek risicovol gokgedrag te vertonen en 0,4% vertoonde waarschijnlijk pathologisch gokgedrag.

Uit onderzoek op de Belgische bevolking van 18 jaar en ouder bleek in 2016 dat in totaal 5,2% personen die gokken, risicovol (4,3%) of problematisch (0,9%) gokken. Dat komt neer op 467.081 personen (386.240 personen die risicovol gokken en 80.841 personen die problematisch gokken).

In 2018 liep in Vlaanderen 0,9% van de bevolking een risico op een gokafhankelijkheid, waarvan 0,3% een hoog risico. Dat kwam neer op 54.865 personen.

In 2020 vroegen 4.549 personen bij de Kansspelcommissie een vrijwillig toegangsverbod aan voor casino’s en speelautomatenhallen. In totaal waren op 31 december 2020 37.741 vrijwillige uitsluitingen actief bij de Kansspelcommissie. 706 uitsluitingen waren op verzoek van een derde (partner, ouder of kinderen van de persoon die gokt).

Slechts 14% van de personen die problematisch gokt zoekt hulp. Ook uit de cijfers van de hulpverlening blijkt dat gokproblemen maar een beperkt deel uitmaken van de hulpvragen. In de Centra Geestelijke Gezondheidszorg van Vlaanderen en Brussel had 0,3% van de zorgperiodes in 2017 betrekking op een persoon waarbij de diagnose pathologisch gokken werd gesteld (201 zorgperiodes). Dit percentage bleef tussen 2007 en 2017 stabiel.