Ontwaken na een nachtje te veel drinken kan uiterst onaangenaam zijn: het lijkt alsof er een spijker in je hoofd zit, het licht doet pijn aan je ogen, je hebt brandend maagzuur, braakneigingen, een tong als leer en enorme dorst. Soms kan een kater ook duizeligheid, zweten, slapeloosheid, hartkloppingen of zelfs ademhalingsproblemen met zich meebrengen.
Een kater heeft verschillende oorzaken. De belangrijkste is vochttekort. Alcohol zorgt ervoor dat je vaker moet plassen. Je lichaam en dus ook je hersenen drogen uit. De beruchte nadorst is daar een mooi bewijs van.
Ook de aceetaldehyde in je lichaam speelt een rol. Deze stof wordt gevormd bij de afbraak van alcohol en zorgt voor de hoofdpijn en het trillende gevoel.
Naast alcohol bevatten alcoholhoudende dranken nog allerlei schadelijke bijproducten: zogeheten ‘congeners’. Sommige daarvan hebben giftige eigenschappen. Het belabberde gevoel kan ook veroorzaakt worden door bijvoorbeeld de stof methanol in de drank. Die komt wel in zeer kleine hoeveelheden voor, maar wordt trager afgebroken dan alcohol en is de volgende dag nog in je bloed aanwezig.
Dat sommige mensen ’s ochtends moeten braken, komt omdat alcohol het slijmvlies op de maagwand prikkelt.
Je conditie en gemoedstoestand spelen een rol: als je je moe, slecht of down voelt, zal de kater de volgende dag zeer onaangenaam zijn. Ook de omgeving (rook, lawaai) en de lagere bloedsuikerspiegel (waardoor je je slap en duizelig voelt) zijn van belang.
